Door: Addy Pool - pedagogisch begeleider KomKids

afbeelding Kinderkoppie boekThe right to learn…..
Een tijd gelden was ik in NEMO; het wetenschap en technologiemuseum in Amsterdam. De hele ochtend en een deel van de middag deden we proefjes, verbaasden we ons over spiegelbeelden, geluidseffecten, waren we zelf onderdeel van zintuigelijke experimenten en waren we in de ban van illusies. Pas halverwege de middag kwamen we aan in de bovenkamer, letterlijk het brein van NEMO. Gefascineerd lazen we wetenschappelijke verklaringen en begonnen we een kijkje in onze eigen bovenkamer te krijgen.  Weer waren er allemaal experimenten waaraan we deel konden nemen en werden we weer een stukje slimmer door de verklaring die erbij gegeven werd. We hadden nog langer kunnen blijven, nog meer kunnen ervaren, nog meer kunnen leren, maar het verzadigingspunt was bereikt; het brein zat even vol. We hadden veel geleerd in deze dag.

“Kinderkoppie wil een bijdrage leveren aan de ontdekkingstocht van bewuste en nieuwsgierige opvoeders die hopelijk leidt tot gevoelens van verwondering en verantwoordelijkheid over de ontwikkeling van het kinderbrein” (blz. 11).

In Kinderkoppie schrijft Betsy van de Grift dat zij veel heeft geleerd bij het schrijven van dit boek over breinontwikkeling bij kinderen. Het is een prettig leesbaar en toegankelijk boek van 95 bladzijden. Van de Grift besluit haar voorwoord met “Al met al kijk ik terug op een leerrijke ervaring. Voor mijn eigen brein heeft het veel gedaan….” Hopelijk is dat ook wat jij ervaart na het lezen van dit boek.

Het boek kan vanuit verschillende perspectieven gelezen worden om een bijdrage leveren aan een goede basis voor breinontwikkeling bij jonge kinderen. In dit stuk gaat het vooral om het perspectief van de leeromgeving die geboden wordt aan kinderen en de daaraan verbonden rol van de (professionele) opvoeder. Het voert te ver om in dit stuk alles te benoemen wat in het boek beschreven staat. Daarvoor is het natuurlijk nodig dat je zelf het boek leest.

Deel I beschrijft kort de ontwikkeling van de breinwetenschap en besteed aandacht aan de actuele ontwikkeling waarin beeldvormende technieken worden gebruikt (denk aan MRI scan, EEG) maar ook aan de anatomie van de hersenen. Kortom; ons brein, hoe werkt het eigenlijk en hoe zit het in elkaar? De levenslange ontwikkeling van het brein start bij 3 weken (prenataal) en gaat verder in de babytijd, kleine kindertijd, basisschoolleeftijd, pubertijd, volwassenheid en ouderdom. In elke ontwikkelingstijd staan kenmerkende eigenschappen en ontwikkelingen centraal. Maar een doorlopende lijn hierin is wel het belang van een gezonde leefstijl; eerst van de moeder als de breinontwikkeling in de baarmoeder begint en uiteindelijk  blijkt in de laatste fase, als in de ouderdom de breinaftakeling onafwendbaar is, dat de genoten leefstijl van grote invloed is op de snelheid en mate van dit proces.

Met de ontwikkeling van de breinwetenschap ontstaan ook de mythes. Een leuk hoofdstuk om te lezen en je eigen ‘waarheden’ te toetsen. Zo toetste ik bijvoorbeeld de waarheid: “hoe meer je investeert in een kind, hoe slimmer het wordt”. Het is geen bewezen waarheid; omgekeerd is het wel aangetoond dat kinderen die in een arme leeromgeving, onder stressvolle omstandigheden of met verwaarlozing of ondervoeding zijn grootgebracht wel een verminderde cognitieve intelligentie ontwikkelen. Op de vraag van veel (professionele) opvoeders over waar een rijke leeromgeving aan moet voldoen kunnen de inzichten uit dit boek een goed antwoord geven.

Naast een hoofdstuk over emoties beschrijft van der Grift in een ander hoofdstuk in het boek hoe genderverschillen in het brein zichtbaar zijn en welke omgevingseisen daarom belangrijk zijn en werkt deze uit in 5 elementen voor de leeromgeving. Ook de beschrijving van het proces van het ontwikkelen van aandacht en focus biedt aanknopingspunten voor de leeromgeving. Als je nu weet hoe belangrijk de omgeving is om  leerervaringen op te doen voor kinderen, gericht op leeftijd en gender, kan er een koppeling gemaakt worden met de pedagogische aanpak. Een rijke thuisomgeving biedt een kind voldoende ontwikkelingsmogelijkheden. De professionele leeromgeving (in de kinderopvang) zal in gevallen waarin de rijke omgeving thuis ontbreekt een toevoeging kunnen zijn. In dat geval kan het van groot belang zijn dat kinderen deelnemen aan een kwalitatief goed voorschools aanbod om achterstanden te beperken en te compenseren. In praktijk betekent het dat de professionele opvoeders kritisch moeten kijken naar de eigen kwaliteit van inrichting maar ook naar de interactie tussen de opvoeders en kinderen en kinderen onderling.

 “Om het brein te helpen bij de ontwikkeling, heeft het kind ervaringen nodig. Het verwerken van die ervaringen gaat in hoge mate vanzelf, de aanleg om te leren is ‘gegeven’ maar voor het aanbieden van de ervaringen heeft het kind de hulp van de buitenwereld nodig” (blz. 50).

Het brein heeft voor het ontwikkelen van verschillende vaardigheden veel oefening nodig. Er zijn voor bijvoorbeeld de motorische ontwikkeling en zintuigelijke ontwikkeling belangrijke gevoelige periodes in het brein. Denk aan de motoriek, het zien, horen en de spraak- taalontwikkeling. Het vroeg signaleren van een hapering in de ontwikkeling is van groot belang om de breinontwikkeling niet teniet te doen in zo’n gevoelige periode.

Een laatste vaardigheid die van de Grift beschrijft in haar boek is de rekenontwikkeling. In onze complexe samenleving is het van groot belang om deze vaardigheid goed te ontwikkelen. Helaas  blijken onze hersens zich daar niet bij uitstek voor te lenen. Het vraagt dus heel veel oefening om deze vaardigheid onder de knie te krijgen. En het gaat bij, met name jonge, kinderen dan niet om een oefenwerkje op school. Er is een goede leeromgeving voor nodig die rekening houdt met drie effectieve leerstijlen; exploreren – organiseren – repeteren. Voor de kinderopvang is er een programma Mathekings ontwikkeld om ontluikende rekenvaardigheden te ontwikkelen. 

Bij mijn bezoek aan NEMO werd mijn interesse gewekt in de bovenkamer, Kinderkoppie was een fijn boek om die ontluikende interesse verder aan te wakkeren. Misschien dat ik de volgende keer in NEMO bovenin begin om zodoende meer te begrijpen wat ik in de verdiepingen eronder wat ik daar ervaar…..

Auteur: Betsy van de Grift
ISBN: 9789088501395
Uitgever: Uitgeverij S.W.P. B.V.